Podcast

Stolpersteine

Gunter Demnig legde een struikelsteen voor Joseph Zengers: verzetslid, weggevoerde en verplicht tewerkgestelde.
De struikelsteen voor Albert Gorissen: verzetslid en overlevende van concentratiekamp Dachau
Werkgroep ‘Stolpersteine Maasmechelen’
Gunter Demnig legde een struikelsteen voor Herman Heijmans, een slachtoffer van de Jodenvervolging in Maasmechelen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Familie van Jan Aerts legt rozen neer bij zijn struikelsteen op de Oude Baan in Opgrimbie.

Helmen in de achtertuin

Jules
Francine
Martin
Promovideo
Kaart geallieerde bevrijdingsroutes 14 – 18 september 1944 door Maxiem Clerx
  • Foto links: Karsten Conaert, foto’s rechts: Bram Machiels

  • Foto’s: Bram Machiels


Auteur: Karsten Conaert

Grafisch ontwerp: Benjamin Miermans

Eindredactie: Marco Mariotti

ISBN: 9789464071894

Depotnr: D/2020/14958/01

Druk: Drukkerij Gijsemberg bvba

Het boek ‘Helmen in de achtertuin’ werd mogelijk gemaakt door financiรซle steun van ‘Erfgoedcel Mijn-Erfgoed (inmiddels ECRU Erfgoed)’, CERA en Gemeente Maasmechelen.

Martin

Martin is een nieuwsgierige jongen en woont niet ver van Francine. Wanneer de bevrijdingsgevechten voorbij zijn en de kust veilig is, trekt hij op verkenning. In de velden niet ver van zijn thuis vindt hij meer dan alleen helmen en achtergelaten oorlogstuig.

Video: Bert Kamoen/ www.hoekaf.be

Jules

In 1944 wordt Jules vijftien. Tijdens de bevrijding daagt bij hem thuis “op de koer” een Duitse soldaat op. Die is maar een paar jaar ouder dan hem, hij ziet er bang en hopeloos uit. Eรฉn ding vraagt Jules zich na al die tijd nog steeds af: wie was die soldaat?

Video: Bert Kamoen/ www.hoekaf.be

Francine

Op zondag 17 september 1944 gaat Francine naar de kerk. Wanneer granaten inslaan, vlucht ze naar de pastorij. Die is van haar oom, de pastoor van het dorp. Na de gevechten wordt hij opgeroepen om de ziekenzalving toe te dienen aan stervende en gesneuvelde soldaten. Francine vertelt wat ze die dag als kind meemaakte.

Video: Bert Kamoen/ www.hoekaf.be

Josef Stadtmann: deel 2

Een toevallige ontdekking

In een doos in het Maasmechelse gemeentearchief vind ik enkele jaren geleden twee soldatenboekjes. Ze staken ooit in het uniform van Hubert Richter en Josef Stadtmann, twee Duitse soldaten uit de Tweede Wereldoorlog. Wie waren ze? Sneuvelden ze in Maasmechelen? Bij Stadtmanns Soldbuch vind ik een leren etuitje met daarin een helft van zijn identificatieplaatje.

In mijn hoofd gaan alarmbellen af, ik weet wat dat betekent. Wanneer een soldaat om het leven kwam, bleef het bovenste stuk van het plaatje, dat hij met een touwtje om zijn hals droeg, bij het lichaam. Het onderste stuk werd afgebroken en meegenomen om de verdere administratie rond de dood van de soldaat en het informeren van zijn familie in gang te zetten.

Informatie van de Duitse Oorlogsgravendienst (Volksbund Deutsche Kriegsgrรคberfรผrsorge e.V.) en het Duitse Rode Kruis over Richter en Stadtmann bevestigden mijn vermoedens: Grablage unbekannt (geen graf bekend), vermisst. Heeft Josef Stadtmann een graf? Er zijn eigenlijk maar twee pistes. Het is mogelijk dat hij nog steeds in het landschap begraven is, daar waar hij sneuvelde. Ofwel ligt hij op de Duitse militaire begraafplaats in Lommel in een onbekend graf. Daar werden na de oorlog Duitse soldaten begraven die in Belgiรซ gesneuveld waren. Maar wie vond Stadtmann dan? Wie brak het identificatieplaatje? Waarom werd zijn lichaam niet geregistreerd? Hoe en waarom geraakten net dรฉze objecten in het archief? We zullen het wellicht nooit weten.

Het graf van een onbekende soldaat op de Duitse militaire begraafplaats van Lommel. Meer dan 39.000 soldaten zijn er begraven. Foto ยฉ Monique Bogaerts

Wie zoekt, die vindt

Eind 2020 worden de archiefbestanden rond โ€™40-โ€™45 uit het gemeentearchief overgedragen aan de Stichting Erfgoed Eisden. Voorzitter Jan Kohlbacher belt me op en vraagt of ik meer over de bewuste soldaten weet. Ik stel hem voor om nabestaanden op te sporen. Zijn ze nog op zoek? Hebben de objecten voor hen een betekenis?

In Stadtmanns Soldbuch vind ik zijn geboortedatum- en plaats. Daar kom je vaak al een heel eind mee. Ik schrijf enkele heemkundige kringen in de regio Oelde-Beckum in Noordrijn-Westfalen aan, de streek waar Stadtmann opgroeide en woonde. Kort nadien krijg ik een antwoord en wel van zijn nicht Beate. Ik kan het haast niet geloven, want wat is de kans dat er na al die jaren nog nabestaanden zijn? Stadtmann had geen kinderen en was niet getrouwd.

In het bijzijn van Jan Kohlbacher (links) en schepen van Cultuur en Erfgoed Romain Hamers (3e v. links) en mezelf worden Beate en haar man (rechts) ontvangen in het gemeentehuis van Maasmechelen. Foto: ยฉ Ulli Kohlbacher

Ik stel haar voor om naar Maasmechelen te komen en zo gaat de bal aan het rollen. Beate is geรฏnteresseerd in de spullen van haar oom en brengt zelf een heleboel informatie mee. Wanneer we elkaar ontmoeten, heeft ze een doos aan documenten onder de arm. Uit oude brieven blijkt dat Josef voor het laatst gezien werd tijdens gevechten in Boorsem. Ze toont ook fotoโ€™s van haar vader Hermann, Josefs jongere broer. De twee lijken sprekend op elkaar. Hermann zocht jarenlang naar zijn broer en overleed zonder ooit te weten wat er precies met hem gebeurde. Beate vertelt me dat er in de familie amper gesproken werd over het nationaalsocialisme en de oorlog.

77 Jaar na Josefs verdwijning op 17 september 1944 ga ik met zijn nicht en haar man naar Boorsem. Sluitende antwoorden over wat er Josef gebeurde, kan ik hen niet geven, maar wel context. Ik leid hun rond door de streek, toon relevante plaatsen en geef uitleg over de bevrijding. Het geeft me het gevoel dat ik kan helpen. Ook het belang van de documenten mag niet onderschat worden. “Een deel van Josef komt nu terug naar huis”, vindt Beate.

Ook in de buurt van dit kapelletje in Boorsem werd in september 1944 hevig gevochten. Foto: ยฉ Bram Machiels

Vraagtekens

Die dag maakt indruk. Het zijn het soort momenten die toelaten het verleden vanuit een ander perspectief te bekijken. Herdenken is persoonlijk. Voor mij betekent het ook het ongemakkelijke verleden in de ogen durven kijken, stilstaan bij het waarom erachter en wat dat destijds met mensen deed. Allerlei vragen en gedachten dwalen nog lang door mijn hoofd. Duitse soldaten voerden in Maasmechelen een strijd tegen een overmacht, Maastricht was al bevrijd. Waarom zongen ze nog en probeerden ze het moreel erin te houden? Waarom nog vechten? Welk kader aan persoonlijke en/of ideologische motieven, maatschappelijke waarden en normen, groepsdynamiek, opvoeding en socialisatie speelde mee in hun denken en handelen?

Verhalen van soldaten als Josef zijn gehuld in vraagtekens. Wat we over hen weten, zijn vaak slechts fragmenten. Toch wordt het verleden ook door deze persoonlijke verhalen weer even tastbaar en toont het vooral de pure zinloosheid van oorlog en het gevaar van nationalisme en extremisme. Ons bewustzijn van die worst case scenario’s kan bepalend zijn voor hoe we omgaan met problemen vandaag en in de toekomst.

Ook Hubert Richter verdwijnt in ’44. Hij is dan 32 jaar. Wie weet, is zijn familie nog steeds op zoek en vinden ze antwoorden op vragen die meer dan 75 jaar onbeantwoord bleven.

Josef Stadtmann: deel 1

Eiland

Zaterdag 16 september 1944: geallieerde soldaten vechten zich al twee dagen een weg door de regio in en rond Maasmechelen. Dorp na dorp wordt bevrijd. Na verwoede schermutselingen trekken de Duitsers zich terug achter de Zuid-Willemsvaart, iets verder meandert de Maas. De grens met Nederland is vlakbij. Tussen de waterwegen ligt een smalle strook land. Daar liggen de laatste niet-bevrijde Maasdorpen in de streek. Duitse troepen hebben er in allerijl stellingen opgebouwd en lijken niet van plan te vertrekken. Zowel Amerikanen als Duitsers weten dat de kanaaloversteek niet zonder slag of stoot zal verlopen. Voor beide partijen is het alles of niets.  

Met operatie Task Force Stokes willen de geallieerden de Duitsers op het ‘eilandโ€™ vanuit Smeermaas en Neerharen in de flank aanvallen. Die aanval met tanks en soldaten moet de Duitse stellingen overrompelen en hun verdediging definitief breken. Tegen de avond begint het offensief. Terwijl tanks van het 66th Armored Regiment over de brug in Smeermaas rollen, beginnen soldaten van het 99th Infantry Battalion Separate aan een moeizame oversteek van de kanaalbrug in Neerharen. Terwijl ze beschoten worden, proberen kleine groepjes soldaten de overkant te bereiken. Hevige artilleriebombardementen tussen beide partijen eisen de eerste dodelijke slachtoffers.

Aftocht

Foto fam. Stadtmann

Unteroffizier Josef Stadtmann ziet de Amerikaanse oversteek met lede ogen aan. In het dagelijks leven is hij tuinman. Nu leidt hij een groep tieners door de strijd aan het kanaal. Met zijn 23 jaar is hij รฉรฉn van de oudere soldaten uit zijn eenheid. De meeste jongens kennen Josef als Jupp, een ervaren en plichtsbewuste leider. Zelfs in de meest uitzichtloze situaties weet hij iedereen steeds weer te motiveren.

En dat is nodig, want ook Josef weet dat de Duitse kaarten niet goed liggen. Zijn eenheid, het 22e Flieger-Ausbildungs-Regiment, leidt onder โ€œnormaleโ€ omstandigheden rekruten op voor de Duitse luchtmacht. Sinds begin september worden ze als gevechtseenheid aan het front ingezet, maar om die functie naar behoren uit te voeren ontbreekt het aan transport, munitie, zware wapens en gevechtservaring. Josef moet het met zeventien- en achttienjarige rekruten doen die amper een paar maanden legerdienst achter de rug hebben. Voor de meesten wordt het een vuurdoop.

Tijdens de nacht gaat de boodschap rond dat de Amerikanen het kanaal overgestoken hebben en in stelling gegaan zijn. Het besef groeit. Als ze geen terugtrekkingsbevel krijgen, komt het de volgende dag tot een bloedige slag. Josef probeert de stemming er in te houden en zingt voor zijn mannen het liedje Mamaโ€™tschi. De weemoedige tekst doet denken aan thuis en ontroert sommigen tot tranen toe. Er wordt niet teruggetrokken.

Op sommige plaatsen blijven Duitse soldaten koppig doorvechten. Toch staken velen de strijd en geven zich massaal aan de geallieerden over. Hier wordt een kolonne Duitse krijgsgevangenen weggevoerd. Het tafereel speelt zich af langs de Zuid-Willemsvaart in Boorsem richting Oud-Rekem.

Spoorloos

In vroege ochtend van 17 september breekt de strijd op het โ€˜eilandโ€™ los. Met een enorme vuurkracht beuken de Amerikanen in op de Duitse linies in Uikhoven, Boorsem en Kotem en veroveren die. Zonder antitankgeschut maken de Duitse piloten in opleiding geen schijn van kans tegen de Amerikaanse pantservoertuigen. In het heetst van de strijd komen Josef en zijn makkers maar tot รฉรฉn conclusie: geen genade. Ook aan geallieerde zijde wordt er geen kwartier gegeven, de gevechten hebben op sommige plaatsen een grimmig karakter.

Amerikaanse tanks en soldaten rukken op. Dit Franse landschap lijkt op dat in de Maasregio in de jaren ’40.
Foto: collectie K. Conaert

Ondanks zijn plichtsgevoel is Josef gedwongen de situatie onder ogen te zien. Rond het middaguur steken de Amerikanen ook bij Rekem het kanaal over en gooien ze nog meer tanks in de strijd. De Duitse linies zijn nu niet meer te houden. In Boorsem ziet Josefs vriend Helmut hem een laatste keer. In een brief aan Josefs moeder schrijft hij later:

โ€œOnder het gehuil van artillerievuur, tankgranaten en vijandelijk geweervuur rende iedereen voor zijn leven. Ik herinner me dat ik Jupp voorbij liep. Met zijn machinepistool dekte hij onze aftocht. Toen we weer verzamelden, merkten we dat onze Jupp ontbrak.โ€

Lees hier het vervolg

Es war einmal ein kleines Bรผbchen

Foto: fam. Stadtmann