Gunter Demnig legde een struikelsteen voor Joseph Zengers: verzetslid, weggevoerde en verplicht tewerkgestelde.
Op 19 oktober 2024 werden twaalf โStolpersteineโ of โstruikelstenenโ onthuld voor Maasmechelse slachtoffers van het nationaalsocialisme.
โStolpersteineโ?
โStolpersteineโ is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Al meer dan 110.000 van deze kleine, vergulde herdenkingsstenen werden sinds het begin van Demnigs project in 1996 geplaatst. Ze bevinden zich meestal op de locaties waar de slachtoffers woonden ten tijde van hun arrestatie door politie-eenheden van het Duitse bezettingsregime. In vele gevallen werden ze daarna gedeporteerd naar een concentratie- of vernietigingskamp, volgde gevangenschap, geweld en dwangarbeid. Je vindt struikelstenen meestal in voetpaden of stoepen, vlak aan huizen of andere gebouwen. In het voorbijgaan struikel je dus โ figuurlijk โ over het verhaal van een slachtoffer.
De struikelsteen voor Albert Gorissen: verzetslid en overlevende van concentratiekamp Dachau
Werkgroep
We zijn zeer dankbaar dat we met Ten Velde vzw mee onze schouders onder het project โStolpersteine Maasmechelenโ mochten/ mogen zetten. Samen met Marco Mariotti van Ooitaandemaas en Marc Smeets stelden we het project eind 2023 voor aan vertegenwoordigers van heemkundige kringen en andere geรซngageerde Maasmechelaren. Met deze groep werkten we ongeveer 10 maanden naar de onthulling op 19 oktober toe. Daarbij werden we door Ellen Dirkx van de Dienst Cultuur en Erfgoed Maasmechelen met raad en daad bijgestaan.
Werkgroep ‘Stolpersteine Maasmechelen’
Eerste ronde
Zes Stolpersteine werden door de gemeente geplaatst. De plaatsing van de andere helft bereidde kunstenaar Gunter Demnig persoonlijk voor tijdens drie opeenvolgende publieksmomenten. Die belichtten symbolisch verschillende thema’s die tijdens het eerste struikelstenenproject aan bod kwamen: Jodenvervolging, verzet, deportatie, gevangenschap en dwangarbeid. Het gaat om mannen en vrouwen, gesneuvelden en overlevenden. Vanaf 2025 zullen nieuwe struikelstenen gelegd worden.
Gunter Demnig legde een struikelsteen voor Herman Heijmans, een slachtoffer van de Jodenvervolging in Maasmechelen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Onthulling
Op 19 oktober werden in deze Maasmechelse deelgemeenten struikelstenen geplaatst voor:
Herman Heijmans: Collegestraat 1, Mechelen-ad-Maas
Guillaume Bours: Rijksweg 303, Mechelen-ad-Maas
Mathieu en Agnes Claessens, Joseph Sieczka: Sleutelstraat 10, Vucht
Frans & Michel De Vleminck, Francine & Leon Janssen: Pastoor Goossenslaan 1, Uikhoven
Albert Gorissen: Kikmolenweg 1 (hoek Kikweg), Opgrimbie
Jan Aerts: Oude Baan 582, Opgrimbie
Joseph Zengers: Daalbroekstraat 10, Opgrimbie
De onthullingsdag begon met een rondrit met nabestaanden en vrienden van de verschillende slachtoffers naar de locaties van de stenen. Tijdens korte herdenkingsmomenten werd het verhaal van de slachtoffers verteld en legden deelnemers en familie witte rozen neer.
Tijdens de plaatsing van vier struikelstenen in Uikhoven vond een centraal publieksevenement plaats. Hier spraken ook burgemeester Raf Terwingen en schepen van Cultuur en Erfgoed Corrie Bemelmans het publiek toe. Traditioneel waren Oudstrijdersverenigingen aanwezig en werd de Last Post geblazen. Vlakbij de struikelsteen voor Herman Heijmans, in de secundaire school Campus de helix, vond achteraf een receptie plaats.
Vervolg
Al bij al was 19 oktober een ontroerende dag, rijk aan indrukken, ontmoetingen en gesprekken. Meerdere generaties namen deel aan de herdenking. Dit is niet enkel een bewijs dat de interesse voor dit project groot is, maar vooral voor het feit dat er aandacht is voor de periode 1939 – 1945, dat er nood is aan gesprek over de oorlogsjaren van voorouders en een actieve herdenking van dat verleden.
Familie van Jan Aerts legt rozen neer bij zijn struikelsteen op de Oude Baan in Opgrimbie.
Het einde van WOII voor Belgiรซ en West-Europa roept beelden op van D-Day, Operaยญtie Market Garden, het Ardennenoffensief. Maar wat gebeurde er in onze eigen wijk of achtertuin?
Tussen 16 en 18 september 1944 breekt in het Limburgse Maasland tussen Lanaken en Maasmechelen het geallieerde offensief โTask Force stokesโ los. Het doel is om resteยญrende Duitse troepen op een strook akkerland tussen Zuid-Willemsvaart en Maas uit te schakelen. De dorpen op dit โeilandโ worden bevrijd, maar zijn getuige van verwoede gevechten. Daarbij sneuvelen niet alleen heel wat geallieerde en Duitse soldaten, maar komen ook burgers om het leven.
In het kleine dorp Boorsem wordt op 17 september โ44 een groep Duitse tienersoldaten doodgeschoten. Wilde verhalen doen nog steeds de ronde. Maar wat gebeurde er echt? Dit boek trekt een lijn tussen die twee gebeurtenissen en vertelt het verhaal van burgers, bevrijders en bezetters. Kortom: de feiten gezien vanuit de ogen van meerdere perspectieven.
Video’s Bert Kamoen/ Hoekaf Media
Jules
Francine
Martin
PromovideoKaart geallieerde bevrijdingsroutes 14 – 18 september 1944 door Maxiem Clerx
Lezingen over het boek en het regionale oorlogsverleden voor volwassenengroepen en scholen
Foto: ยฉ Ruben BeersensFoto: Yuna ConaertFoto: Petra Kuijpers
2019 – 2020: Een deel van de expo ‘Sporen van bevrijding’ bleef een tijdlang als fototentoonstelling te zien in de gemeentelijke bibliotheek van Maasmechelen en Dienstencentrum de Bolster in Eisden.
2019 – 2020: Portretten van ooggetuigen door Bram Machiels en opnames interviews door Hoekaf Media
29 september 2019: Voorstelling boek ‘Helmen in de achtertuin’ en mini-expo ‘Sporen van bevrijding’ in het nieuwe wijkcentrum van Kotem. Samenwerking met onder andere Gemeente Maasmechelen, Erfgoedcel Mijn-Erfgoed (ECRU Erfgoed), CERA, Koninklijke Fanfare Sint-Jozef Kotem, Strijdersbond Kotem en Balen Bevrijd.
Foto’s: Bram Machiels
Colofon
Auteur: Karsten Conaert
Grafisch ontwerp: Benjamin Miermans
Eindredactie: Marco Mariotti
ISBN: 9789464071894
Depotnr: D/2020/14958/01
Uitgever: Ten Velde vzw
Druk: Drukkerij Gijsemberg bvba
Het boek ‘Helmen in de achtertuin’ werd mogelijk gemaakt door financiรซle steun van ‘Erfgoedcel Mijn-Erfgoed (inmiddels ECRU Erfgoed)’, CERA en Gemeente Maasmechelen.
Martin is een nieuwsgierige jongen en woont niet ver van Francine. Wanneer de bevrijdingsgevechten voorbij zijn en de kust veilig is, trekt hij op verkenning. In de velden niet ver van zijn thuis vindt hij meer dan alleen helmen en achtergelaten oorlogstuig.
In 1944 wordt Jules vijftien. Tijdens de bevrijding daagt bij hem thuis “op de koer” een Duitse soldaat op. Die is maar een paar jaar ouder dan hem, hij ziet er bang en hopeloos uit. Eรฉn ding vraagt Jules zich na al die tijd nog steeds af: wie was die soldaat?
Op zondag 17 september 1944 gaat Francine naar de kerk. Wanneer granaten inslaan, vlucht ze naar de pastorij. Die is van haar oom, de pastoor van het dorp. Na de gevechten wordt hij opgeroepen om de ziekenzalving toe te dienen aan stervende en gesneuvelde soldaten. Francine vertelt wat ze die dag als kind meemaakte.
In een doos in het Maasmechelse gemeentearchief vind ik enkele jaren geleden twee soldatenboekjes. Ze staken ooit in het uniform van Hubert Richter en Josef Stadtmann, twee Duitse soldaten uit de Tweede Wereldoorlog. Wie waren ze? Sneuvelden ze in Maasmechelen? Bij Stadtmanns Soldbuch vind ik een leren etuitje met daarin een helft van zijn identificatieplaatje.
Een helft van Josefs identificatieplaatje of Erkennungsmarke. In 1944 werd hij overgeplaatst van het 31e naar het 22e Flieger-Ausbildungs-Regiment.
In mijn hoofd gaan alarmbellen af, ik weet wat dat betekent. Wanneer een soldaat om het leven kwam, bleef het bovenste stuk van het plaatje, dat hij met een touwtje om zijn hals droeg, bij het lichaam. Het onderste stuk werd afgebroken en meegenomen om de verdere administratie rond de dood van de soldaat en het informeren van zijn familie in gang te zetten.
Informatie van de Duitse Oorlogsgravendienst (Volksbund Deutsche Kriegsgrรคberfรผrsorge e.V.) en het Duitse Rode Kruis over Richter en Stadtmann bevestigden mijn vermoedens: Grablage unbekannt (geen graf bekend), vermisst. Heeft Josef Stadtmann een graf? Er zijn eigenlijk maar twee pistes. Het is mogelijk dat hij nog steeds in het landschap begraven is, daar waar hij sneuvelde. Ofwel ligt hij op de Duitse militaire begraafplaats in Lommel in een onbekend graf. Daar werden na de oorlog Duitse soldaten begraven die in Belgiรซ gesneuveld waren. Maar wie vond Stadtmann dan?Wie brak het identificatieplaatje? Waarom werd zijn lichaam niet geregistreerd? Hoe en waarom geraakten net dรฉze objecten in het archief? We zullen het wellicht nooit weten.
Het graf van een onbekende soldaat op de Duitse militaire begraafplaats van Lommel. Meer dan 39.000 soldaten zijn er begraven. Foto ยฉ Monique Bogaerts
Wie zoekt, die vindt
Eind 2020 worden de archiefbestanden rond โ40-โ45 uit het gemeentearchief overgedragen aan de Stichting Erfgoed Eisden. Voorzitter Jan Kohlbacher belt me op en vraagt of ik meer over de bewuste soldaten weet. Ik stel hem voor om nabestaanden op te sporen. Zijn ze nog op zoek? Hebben de objecten voor hen een betekenis?
In Stadtmanns Soldbuch vind ik zijn geboortedatum- en plaats. Daar kom je vaak al een heel eind mee. Ik schrijf enkele heemkundige kringen in de regio Oelde-Beckum in Noordrijn-Westfalen aan, de streek waar Stadtmann opgroeide en woonde. Kort nadien krijg ik een antwoord en wel van zijn nicht Beate. Ik kan het haast niet geloven, want wat is de kans dat er na al die jaren nog nabestaanden zijn? Stadtmann had geen kinderen en was niet getrouwd.
In het bijzijn van Jan Kohlbacher (links) en schepen van Cultuur en Erfgoed Romain Hamers (3e v. links) en mezelf worden Beate en haar man (rechts) ontvangen in het gemeentehuis van Maasmechelen. Foto: ยฉ Ulli Kohlbacher
Ik stel haar voor om naar Maasmechelen te komen en zo gaat de bal aan het rollen. Beate is geรฏnteresseerd in de spullen van haar oom en brengt zelf een heleboel informatie mee. Wanneer we elkaar ontmoeten, heeft ze een doos aan documenten onder de arm. Uit oude brieven blijkt dat Josef voor het laatst gezien werd tijdens gevechten in Boorsem. Ze toont ook fotoโs van haar vader Hermann, Josefs jongere broer. De twee lijken sprekend op elkaar. Hermann zocht jarenlang naar zijn broer en overleed zonder ooit te weten wat er precies met hem gebeurde. Beate vertelt me dat er in de familie amper gesproken werd over het nationaalsocialisme en de oorlog.
77 Jaar na Josefs verdwijning op 17 september 1944 ga ik met zijn nicht en haar man naar Boorsem. Sluitende antwoorden over wat er Josef gebeurde, kan ik hen niet geven, maar wel context. Ik leid hun rond door de streek, toon relevante plaatsen en geef uitleg over de bevrijding. Het geeft me het gevoel dat ik kan helpen. Ook het belang van de documenten mag niet onderschat worden. “Een deel van Josef komt nu terug naar huis”, vindt Beate.
ยฉ Karolien Coenenยฉ Karolien CoenenOok in de buurt van dit kapelletje in Boorsem werd in september 1944 hevig gevochten. Foto: ยฉ Bram Machiels
Vraagtekens
Die dag maakt indruk. Het zijn het soort momenten die toelaten het verleden vanuit een ander perspectief te bekijken. Herdenken is persoonlijk. Voor mij betekent het ook het ongemakkelijke verleden in de ogen durven kijken, stilstaan bij het waarom erachter en wat dat destijds met mensen deed. Allerlei vragen en gedachten dwalen nog lang door mijn hoofd. Duitse soldaten voerden in Maasmechelen een strijd tegen een overmacht, Maastricht was al bevrijd. Waarom zongen ze nog en probeerden ze het moreel erin te houden? Waarom nog vechten? Welk kader aan persoonlijke en/of ideologische motieven, maatschappelijke waarden en normen, groepsdynamiek, opvoeding en socialisatie speelde mee in hun denken en handelen?
Verhalen van soldaten als Josef zijn gehuld in vraagtekens. Wat we over hen weten, zijn vaak slechts fragmenten. Toch wordt het verleden ook door deze persoonlijke verhalen weer even tastbaar en toont het vooral de pure zinloosheid van oorlog en het gevaar van nationalisme en extremisme. Ons bewustzijn van die worst case scenario’s kan bepalend zijn voor hoe we omgaan met problemen vandaag en in de toekomst.
Ook Hubert Richter verdwijnt in ’44. Hij is dan 32 jaar. Wie weet, is zijn familie nog steeds op zoek en vinden ze antwoorden op vragen die meer dan 75 jaar onbeantwoord bleven.
Zaterdag 16 september 1944: geallieerde soldaten vechten zich al twee dagen een weg door de regio in en rond Maasmechelen. Dorp na dorp wordt bevrijd. Na verwoede schermutselingen trekken de Duitsers zich terug achter de Zuid-Willemsvaart, iets verder meandert de Maas. De grens met Nederland is vlakbij. Tussen de waterwegen ligt een smalle strook land. Daar liggen de laatste niet-bevrijde Maasdorpen in de streek. Duitse troepen hebben er in allerijl stellingen opgebouwd en lijken niet van plan te vertrekken. Zowel Amerikanen als Duitsers weten dat de kanaaloversteek niet zonder slag of stoot zal verlopen. Voor beide partijen is het alles of niets.
Met operatie Task Force Stokes willen de geallieerden de Duitsers op het ‘eilandโ vanuit Smeermaas en Neerharen in de flank aanvallen. Die aanval met tanks en soldaten moet de Duitse stellingen overrompelen en hun verdediging definitief breken. Tegen de avond begint het offensief. Terwijl tanks van het 66th Armored Regiment over de brug in Smeermaas rollen, beginnen soldaten van het 99th Infantry Battalion Separate aan een moeizame oversteek van de kanaalbrug in Neerharen. Terwijl ze beschoten worden, proberen kleine groepjes soldaten de overkant te bereiken. Hevige artilleriebombardementen tussen beide partijen eisen de eerste dodelijke slachtoffers.
Aftocht
Foto fam. Stadtmann
Unteroffizier Josef Stadtmann ziet de Amerikaanse oversteek met lede ogen aan. In het dagelijks leven is hij tuinman. Nu leidt hij een groep tieners door de strijd aan het kanaal. Met zijn 23 jaar is hij รฉรฉn van de oudere soldaten uit zijn eenheid. De meeste jongens kennen Josef als Jupp, een ervaren en plichtsbewuste leider. Zelfs in de meest uitzichtloze situaties weet hij iedereen steeds weer te motiveren.
En dat is nodig, want ook Josef weet dat de Duitse kaarten niet goed liggen. Zijn eenheid, het 22e Flieger-Ausbildungs-Regiment, leidt onder โnormaleโ omstandigheden rekruten op voor de Duitse luchtmacht. Sinds begin september worden ze als gevechtseenheid aan het front ingezet, maar om die functie naar behoren uit te voeren ontbreekt het aan transport, munitie, zware wapens en gevechtservaring. Josef moet het met zeventien- en achttienjarige rekruten doen die amper een paar maanden legerdienst achter de rug hebben. Voor de meesten wordt het een vuurdoop.
Tijdens de nacht gaat de boodschap rond dat de Amerikanen het kanaal overgestoken hebben en in stelling gegaan zijn. Het besef groeit. Als ze geen terugtrekkingsbevel krijgen, komt het de volgende dag tot een bloedige slag. Josef probeert de stemming er in te houden en zingt voor zijn mannen het liedje Mamaโtschi. De weemoedige tekst doet denken aan thuis en ontroert sommigen tot tranen toe. Er wordt niet teruggetrokken.
Op sommige plaatsen blijven Duitse soldaten koppig doorvechten. Toch staken velen de strijd en geven zich massaal aan de geallieerden over. Hier wordt een kolonne Duitse krijgsgevangenen weggevoerd. Het tafereel speelt zich af langs de Zuid-Willemsvaart in Boorsem richting Oud-Rekem.
Spoorloos
In vroege ochtend van 17 september breekt de strijd op het โeilandโ los. Met een enorme vuurkracht beuken de Amerikanen in op de Duitse linies in Uikhoven, Boorsem en Kotem en veroveren die. Zonder antitankgeschut maken de Duitse piloten in opleiding geen schijn van kans tegen de Amerikaanse pantservoertuigen. In het heetst van de strijd komen Josef en zijn makkers maar tot รฉรฉn conclusie: geen genade. Ook aan geallieerde zijde wordt er geen kwartier gegeven, de gevechten hebben op sommige plaatsen een grimmig karakter.
Amerikaanse tanks en soldaten rukken op. Dit Franse landschap lijkt op dat in de Maasregio in de jaren ’40. Foto: collectie K. Conaert
Ondanks zijn plichtsgevoel is Josef gedwongen de situatie onder ogen te zien. Rond het middaguur steken de Amerikanen ook bij Rekem het kanaal over en gooien ze nog meer tanks in de strijd. De Duitse linies zijn nu niet meer te houden. In Boorsem ziet Josefs vriend Helmut hem een laatste keer. In een brief aan Josefs moeder schrijft hij later:
โOnder het gehuil van artillerievuur, tankgranaten en vijandelijk geweervuur rende iedereen voor zijn leven. Ik herinner me dat ik Jupp voorbij liep. Met zijn machinepistool dekte hij onze aftocht. Toen we weer verzamelden, merkten we dat onze Jupp ontbrak.โ