Lotgenoten deel 2 – Gernot en Franz

Den Elfde

Onlangs was het weer 11 november: springplank naar een lang weekend, opening van het carnavalsseizoen, Singles Day, koopjes. Reden genoeg om te feesten. 11.11 is ook Wapenstilstand. Wat is de betekenis van deze historische dag? Ik merk dat ik mezelf die vraag elk jaar weer stel.

Australische soldaten in de buurt van Ieper tijdens de Eerste Wereldoorlog, bron

Nooit meer oorlog

Op 11 november 1918 komt er een einde aan een slepende, vierjarige oorlog. Het oneindige gedreun van artillerie verstomt. Wapens zwijgen, munitie wordt opgeborgen. Mannen en vrouwen verlaten hun met modder en bloed bevlekte loopgraven en veldhospitalen. Honderdduizenden doden worden begraven op oneindige begraafplaatsen. Een tijd van rouw en heropbouw breekt aan. Het besef groeit: nooit meer oorlog.

Maar de wereld worstelt met oude demonen. Een andere, democratische samenleving met nieuwe waarden en normen stoot onder andere in Duitsland op twijfel en onrust. Iets meer dan twintig jaar na Wapenstilstand brandt Europa. Opnieuw worden ouders kinderloos, kinderen ouderloos. Weer worden buren, familie en vrienden elkaars vijanden. Opnieuw gaan miljoenen mensen mee in leugens van meedogenloze dictators. Hun vrede betekent oorlog.

Foto: Erich Maria Remarque – eigenlijk Erich Paul Remark – in 1929; bron: Bundesarchiv, Bild 183-R04034, Wikipedia CC-BY-SA 3.0

Boekverbranding

Er schiet me een regel te binnen uit een boek van de Duitse schrijver Erich Maria Remarque. Niet uit zijn iconische anti-oorlogsboek ‘All quiet on the western front/ Im Westen nichts neues’, maar uit het vervolg daarop. In ‘De weg terug’ zegt één van de personages, een leraar: “ik wil mijn jongens (leerlingen) bijbrengen wat vaderland wérkelijk betekent. Het betekent namelijk hun thuis en geen politieke partij.”

De context in het boek is een ontmoeting tussen enkele oorlogsveteranen en een groep jongeren, vermoedelijk in de jaren ’20. De jongeren maken deel uit van een nationalistische padvindersorganisatie. In het bos spelen de kinderen militaire veldoefeningen na. Als de veteranen misnoegd reageren, worden ze uitgescholden voor lafaards en vaderlandsverraders. De scene is fictief, maar het is duidelijk wat Remarque – zelf een veteraan van ’14-’18 – ermee wil zeggen.

Vanaf 1933 worden Remarques boeken in nazi-Duitsland verboden en verbrand. In Europa ontketent het naziregime een ideologische vernietigingsoorlog. Net als Friedrich trekken Gernot Prilop en Franz Sauersopf ten strijde. Het verleden haalt zichzelf weer in.

Jongens die willen vliegen

Franz Sauerzopf

Collectie Karsten Conaert

Franz Sauersopf groeit op in het Oostenrijkse Fürstenfeld. Hij wil graag steenhouwer worden, maar daar beslist de oorlog anders over. De Duitse luchtmacht keurt hem goed voor een opleiding tot piloot. In 1943 wordt de zeventienjarige Franz geschoold tot boordschutter en vliegtuigtechnicus.

Na de geallieerde invasie in Normandië in juni 1944 loopt het anders. Franz wordt overgeplaatst naar de landstrijdkrachten. Op 24 september krijgt hij een wapen in zijn handen gedrukt. Zijn eenheid wordt in de bittere Slag om Aken geworpen. Daar wordt Franz door Amerikaanse troepen gevangen genomen. Wat er daarna met hem gebeurt, weten we niet.

Gernot Prilop

Collectie Karsten Conaert

Gernot Prilop wordt op 1 augustus 1926 geboren in het Duitse Gifhorn, niet ver van Hannover. Vanaf april 1935 is hij lid van de Hitlerjugend. In de ‘vliegeniersafdeling’ (Flieger-Hitlerjugend) van deze extremistische jeugdbeweging leert Gernot als tiener zweefvliegen.

In januari ’44 is het zover. Gernot wil gevechtspiloot worden. In het 53e Flieger-Ausbildungs-Regiment mag hij zijn militaire opleiding starten. Een jaar eerder begon ook Franz in die eenheid zijn basisopleiding. In tegenstelling tot Franz, wordt Gernot afgekeurd als toekomstig piloot.

In de zomer van ’44 wordt ook hij met de feiten geconfronteerd. Het Flieger-Regiment 53 wordt in hevige bevrijdingsgevechten in België gesleurd. Het is goed mogelijk dat hij midden september ingezet wordt in de Slag om Geel. Aan het einde van die maand wordt hij overgeplaatst en komt hij bij een luchtafweereenheid terecht. Met hun geschut moeten Gernot en zijn kameraden het luchtruim “verdedigen”. Dat wordt gedomineerd door steeds meer geallieerde bommenwerpers en jachtvliegtuigen op weg naar Duitsland.

Het verdere relaas van Gernot is onduidelijk. Op 7 november ’44 schrijft hij zijn militaire loopbaan neer in een brief. Onderaan voegt hij nog toe:

“Op 12 januari 1941 stierf mijn vader als gevolg van een hartaandoening. Op 29 december ‘41 sneuvelde mijn oudste broer aan het Oostfront. Mijn tweede oudste broer is onderofficier en de jongste gaat nog naar school.”

Zelfde demonen, ander jasje

Toegegeven: dit verhaal springt een beetje van de hak op de tak, dus kom ik tot mijn punt. De Eerste en Tweede Wereldoorlog behoren langzaam tot de geschiedenis, maar actueel blijft: hoe willen we met elkaar omgaan? Hoe willen we dat de samenleving eruit ziet? En waar gaat die heen, wanneer een stijgend aantal mensen steeds meer algemene waarheden ontkracht of ontkent?

Deze blog hoeft niet uit te leggen waartoe haatspraak, manipulatie en extremisme leiden, want het antwoord zouden we eigenlijk moeten weten. Wat als de geschiedenis zichzelf herhaalt en onze samenleving radicaliseert? Zijn wij het dan, die dader worden en boeken verbranden? Worden onze kinderen de volgende Gernot of Franz? Misschien reden temeer om nog eens stil te staan bij dagen als Wapenstilstand of acht mei 1945? Kwestie van oude demonen hun plezier niet te gunnen.

Binnenkort verschijnt er een derde deel uit deze reeks.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s